zondag 31 oktober 2010

Van Lima tot in Ecuador

Zondag 24/10


Het is nog altijd mistig als we opstaan en we besluiten naar Barrancas, een kustplaatsje, te rijden. Onderweg hangt er een dikke mist en dat is redelijk gevaarlijk want zelfs de camions zetten hun lichten niet op. Barrancas is een grote tegenvaller, het stadje is, op zijn zachts gezegd, ronduit smerig en het strand is één grote stortplaats. Je kan onmogelijk op dat strand komen want het ligt vol vuilniszakken en wie weet wat allemaal nog dus we draaien zo snel mogelijk terug. Op de kaart zien we een route door de bergen en we daar gaan we voor een paar dagen naartoe. De weg is prachtig en al gauw zitten we terug op 4000m. In het eerstvolgende stadje, Huarez, proberen we een slaapplaats te vinden maar dat wil niet lukken, een 20 km verder kunnen we bij een hotel staan. We zijn inmiddels terug op 2800m en dat is toch beter om te slapen dan op die grote hoogte.


Maandag 25/10


We rijden verder door de Cordillera Blanca en we hebben een prachtig uitzicht op de besneeuwde toppen en het zijn niet van de minste, ze zijn boven de 6000 m. We hebben ergens iets gelezen over de Canon del Pato en die willen we perse doen. Over een dikke 50 km slingert de weg zich tussen de hoge rotswanden hoog boven de Rio Santo. Als we door de smalle, diepe kloven van de canyon rijden hoog boven het kolkende water van de rivier, heb ik niet veel praat meer toch zeker niet als de weg met momenten heel smal wordt. Op die route zijn 32 tunneltjes in de rotsen uitgehouwenen en hoe slecht de weg soms ook was, het was meer dan de moeite. We zijn het erover eens dat dit de ruigste canyon is die we ooit gezien hebben. Omdat er geen mogelijkheid is om daar te overnachten rijden we terug naar de Panamericana, aan de kust.


Dinsdag 26/10


Gelukkige verjaardag Dietwin


We hebben vanmorgen met Dietwin proberen te bellen maar we kregen geen verbinding, sorry Diet het zal voor een andere keer zijn en we komen er wel ene pakken op de Vissenheuvel. Wij zijn op weg naar Trujillo, een redelijk grote stad en daar willen we eerst nog wat inkopen doen en dan een beetje verder rijden naar Huanchaco, een plaatsje aan de kust. Een paar kilometer voorbij Trujillo zien we een wegwijzer naar : Pyramides van de zon en de maan en we gaan eens efkes kijken. We zijn echt blij dat we afgedraaid zijn, op de pyramides mogen we niet want de archeologen zijn daar volop aan het werk maar er is een schitterend museum over de Moche cultuur. De Moche’s leefden van 200 tot 800 na Christus nog voor de Inca’s. Het is museum is pas 4 maanden open en het is prachtig, er staan enorm mooie dingen en de mensen die er werken zijn bezeten van hun vak, ze wandelen met ons door heel het museum en geven bij elk klein detail een uitleg. Ik had graag een boek gekocht maar omdat het museum en ook de vindplaats van de Moche stad zo nieuw is zijn er nog geen boeken van, jammer. Huanchaco is een verademing, het is een gezellig plaatsje en vooral proper toch zeker in vergelijking met de vorige kustplaatsen. In Huanchaco vinden we een hostal met een camping vlakbij het strand met een supervriendelijke campingbaas, we hebben een mooi plekje op een grasveld met een zwembad. We zijn van zin om hier een paar dagen te blijven want de laatste dagen hebben we echt veel kilometers gedaan en ook omdat je zulke plekjes, aan de kust, niet veel vindt in Peru. We staan hier met drie mobilhomes, wij en twee Zwitsers en het is altijd plezant om Europeanen tegen te komen. Het is wel jammer dat het weer hier niet echt goed is, het is grijs en overtrokken maar ja, misschien is het morgen beter en anders maar niet, je kan niet alles hebben.


Woensdag 27/10


We zitten nog altijd in Huanchaco en alhoewel het bewolkt is, is het toch niet koud. We wandelen naar het dorpje en we houden de vissers in de gaten. Ze vissen hier nog op traditionele wijze, met kleine rieten kano’s en het is prachtig om te zien. De vissers zitten meestal op hun knieën bovenop de kano’s en het is echt knap hoe die mannen door de golven gaan. Als de vissers aan land komen en hun vangst op het strand leggen kan je bij hen verse vis kopen maar het meeste gaat direct naar de restaurants. Tegen de middag komen de vissers aan en een uurtje later kan je hier in alle restaurantjes verse vis eten en dat hebben wij dan ook gedaan. Voor de rest van de dag zijn we op de camping gebleven en houden de grote schilpad in de gaten, die hier op de camping woont. Het beest is niks bang van ons en je moet goed op tijd je voeten omhoog doen want ze bijt. Ondanks de grellige schilpad gaan we hier morgen nog een dagje blijven.


Donderdag 28/10


Al vroeg op de dag zitten we met de Zwitsers samen en wisselen reiservaringen uit. Het ene koppel is van onze leeftijd en het andere koppel is jong en op huwelijksreis, ze gaan van Alaska naar Ushuaia en dat klinkt ons heel bekend in de oren. We zitten over de landkaarten gebogen, ruilen kaarten en schrijven GPS points op, het is supergezellig hier en als één van de Zwitsers problemen heeft met de waterleiding in de auto kan de Jos, als oude loodgieter, hem uit de nood helpen. Tegen de middag trekken we terug naar het strand om op de vissers te wachten en het is, net als gisteren, een prachtig zicht om ze, uit de zee, te zien aankomen. Vandaag schijnt de zon, ik neem een duik in het zwembad, Jos zet de barbecue klaar en ik ontdek, ergens onder in een kast, nog een fles Estancia Mendoza en dat is een geweldige afsluiter van een prachtige dag.


Vrijdag 29/10


We nemen afscheid van de Zwitsers en rijden verder naar het Noorden. Een paar kilometer voor Chiclayo rijden we terug naar de kust, volgens de Trotter zijn daar een paar mooie kustplaatsjes. Die mannen van de Trotter zijn hier al lang, of nog nooit, niet meer geweest want het is weer zover : een vuil, vies strand, overal vuilniszakken langs de weg en geen huizen maar krotten. De Peruanen leven niet echt in de beste omstandigheden, de armoede is groot maar toch vraag ik me dan altijd af waarom ze niks, maar dan ook echt niks, opruimen want dat kost toch geen geld. We rijden weer weg van de kust en een 30 km boven Chiclayo, in Tucumu, is een museum en er zijn ook graven blootgelegd in de pyramides. Het museum is gesloten als we aankomen maar we mogen hier vannacht blijven en gaan morgenvroeg een kijkje nemen in het museum.


Zaterdag 30/10


We gaan vanmorgen eerst een kijkje nemen in het museum, het is niet veel bijzonders en je kan ook een wandeling maken naar de pyramides maar de Jos geraakt daar niet en ik heb niet veel goesting om alleen te gaan dus rijden we verder. We schieten goed op en tegen de avond staan we 100 km voor de grens van Ecuador. In Tambo Grande zien we een restaurant waar ze ook huisjes verhuren, als we in het restaurant eten mogen we op hun parking overnachten. Het eten is goed maar zoveel, echt niet te doen, we krijgen een berg gefrituurde gambas. Ik denk dat we hier wel heel veilig staan want er lopen hier twee zwaar gewapende bewakers rond.

Zondag 31/10


We rijden al vroeg richting Ecuador en hopen dat de grensformaliteiten een beetje meevallen. Gauw een uitreisstempel in Peru en de auto uitvoeren en dan naar de kant van Ecuador. Wat ik daar meegemaakt heb zal ik niet rap vergeten denk ik. Bij de Migraciones kreeg ik al snel de nodige stempels en dan naar de douane. De man die de auto in moest voeren was er niet want hij had een zwaar feest gehad en ze moesten hem uit bed bellen maar geen probleem hij zou er binnen het half uur zijn. Een half uurtje later kwam de bewuste douaan eraan, hij was zo zat als een oorlogsschip en iemand anders moest de computer komen bedienen, ondertussen hing hij de hele tijd aan mijn lijf en zei maar : ik wil je eerst kussen en dan doen we de papieren. Ze begonnen dan toch aan de papieren maar dan stopte hij ineens weer want hij wilde me weer kussen, ik heb die vent eens goed vastgepakt en een dikke kus gegeven en onze papieren waren direct in orde. Hij is nog naar onze auto gekomen want hij moest weten of we in België nog een dochter hadden, die vrij was, voor zijn zoon. We zijn in ieder geval in Ecuador en in het eerste satdje dat we tegenkomen gaan we een slaapplaats zoeken.

zondag 24 oktober 2010

Naar Lima

Dinsdag 19/10


Vandaag blijven we op ons gemakske in Camana, we gaan even naar het stadje om boodschappen te doen en om even wat foto’s door te sturen en kijken of we mails hebben gekregen. Het is altijd plezant om wat nieuws van het thuisfront te krijgen. Ik zie in mijn mailbox dat mijn metekindje trouwplannen heeft en ze kan gerust zijn, we zullen er zijn Esterke. Tegen de middag rijden we naar het strand , als we daar aankomen zien we dat heel het strand vol zit met knaloranje (Hollandse) krabben. Ik loop het strand op om foto’s te maken maar de krabben verdwijnen één voor één in de grond dus ik zal het wat voorzichtiger aan moeten pakken. Het weer is zalig hier, nog niet echt warm maar goed om buiten te zitten en ik heb inmiddels foto’s van de krabben en de Jos houdt zich bezig met onnozele foto’s van mij te maken. ‘s Namiddags stopt er een Franse mobilhome bij ons, we hebben hen vorig jaar in Tilcara (Noorden van Argentinië) ontmoet, hoe groot Zuid-Amerika ook is toch komen we mekaar altijd weer tegen. ‘s Avonds bakken we onze laatste Argentijnse biefstuk en drinken onze laatste fles Estancia Mendoza leeg en dan denken we er toch even over om terug te draaien naar Argentinië want ze hebben echt het lekkerste vlees van de wereld om van de wijn nog maar te zwijgen. Maar ja,morgen willen we weer een heel stuk verder rijden dus dit dagje aan het strand was heel welkom, de Jos is weer uitgerust en we gaan verder naar het Noorden want Margo verwacht ons binnen een maand of vijf.


Woensdag 20/10


We wilden vandaag al vroeg vertrekken omdat we to Naszca willen rijden maar we moeten onze was nog ophalen, de lavanderia opent om 8uur en om half 9 staan we er voor de deur, uiteindelijk komt de madam van de lavanderia er om 10 uur op haar gemakske aangewandeld. De weg loopt vlak langs de Stille Oceaan, soms zijn de golven spectaculair hoog en zo blauw, als we dan ook nog dolfijnen zien zwemmen kan onze dag niet meer stuk. Een 20 km voor Naszca ligt, in the middle of nowhere, de begraafplaats van Chaucilla, met graven uit het pre-inca tijdperk. Je kan er 12 blootgelegde graven bezichtigen met mummies, skeletten en haren tot soms wel 3 meter lang. We wilden daar eerst overnachten maar er hangt een luguber zombie-sfeertje dus rijden we maar naar Naszca daar kunnen we bij Hotel Suissa in de tuin staan, dat is een stuk aangenamer dan op die begraafplaats.


Donderdag 21/10


We hebben goed geslapen bij Hotel Suissa en vertrekken al vroeg omdat we toch even willen gaan kijken bij de Naszca lijnen. De Naszca lijnen stammen uit 300 tot 900 V.C. en lopen over de woestijnachtige hoogvlaktes, ze lopen over de heuvels en ravijnen maar hun vorm blijft kaarsrecht. Ze strekken zich uit over tientallen kilometers en zijn 10 to 30 cm breed, sommigen beweren dat het een seizoenskalender is, anderen zeggen dat het te maken heeft met de ondergrondse wateraders en nog anderen beweren dat ze van buitenaardse wezens komen. Ik ben daar gaan kijken en vond er eigenlijk niks aan, voor mij waren het gewoon wat strepen in het zand maar ja, het zal wel aan mij liggen. We rijden door naar Huacachina, een oase midden in de woestijn want dit deel van Peru schijnt enkel uit zand en nog eens zand te bestaan. In Huacachina vinden we, vlakbij de oase met zijn mooie laguna, een plekje voor de Josmobiel. Echt rustig staan we niet want er liggen al gauw een hoop Peruaanse autofreaks onder onze auto, de belangstelling voor de Josmobiel is groot, zo groot dat we amper naar de W.C kunnen gaan met al die drukte rond de auto. Je kan hier met een soort buggy’s in de duinen gaan crossen en de Peruanen, die inmiddels met zijn vijven onder de auto liggen, willen de Jos meenemen. Ik blijf bij de auto want als ik mee ga gaan die mannen rustiger rijden en de Jos wil actie. De Jos zijn nieuwe maten heffen hem in de auto en met piepende banden racen ze richting duinen, een uurtje later komen ze terug met een glunderende Jos dus ik moet niet vragen of het plezant was.


Vrijdag 22/10


Omdat we de laatste dagen al veel kilometers gedaan hebben doen we het vandaag wat rustiger aan. We rijden naar Paracas, daar is een Nationaal Parkje en je zou daar overal op de stranden kunnen staan. Paracas is één groot duinengebied en de stranden zijn prachtig, hier en daar wonen een paar vissers maar de meeste stranden zijn verlaten. In Lagunillas kunnen we aan het strand staan, we moeten wel een fleece aandoen voor de koude wind maar het is er zalig en vooral rustig. Tegen de avond krijgen we gezelschap van een paar vissers die hier heel de nacht blijven vissen, ze hebben geen visstokken maar een soort net en voor de rest gewoon een visdraad op een houten plankje. Ze hebben beloofd dat we morgenvroeg verse vis hebben maar dat zullen we nog maar afwachten.


Zaterdag 23/10


Geen vis vanmorgen maar dat dacht ik wel, ik ken ze die vissers. We willen vandaag naar Lima rijden en daar een paar dagen blijven. Hoe dichter we bij Lima komen hoe vuiler het wordt, echt een vetzakkerij hier en dan zien we van ver Lima liggen. Lima is een grijze, troosteloze en ellendige stad, waarschijnlijk heeft het wel een mooi oud centrum maar ze mogen het houden. Het verkeer is Lima is een ramp vergelijkbaar met La Paz maar alleen is Lima veel en veel groter. Ik heb vandaag dikwijls gedacht dat ons Liesbeth en Weking hier, met de motor, doorgereden zijn. Gelukkig dat ik toen niet wist wat een gestoorde zotten, vooral met bussen, hier rondrijden. Een paar uur en twee keer een bijna hartaanval later zijn we Lima voorbij en stoppen bij een klein parkje, El Parque de Lachay om te overnachten maar we blijven binnen want het is zo mistig dat we geen 10 meter ver kunnen zien, hopelijk is het morgen terug helder.

dinsdag 19 oktober 2010

Door de cocavelden en over de bergen naar Peru

Vrijdag 15/10


We nemen afscheid van Gustavo en zijn broer en hopen echt dat we hen ooit nog eens ergens terugzien maar ik ben daar eigenlijk zeker van, is het niet in België dan gaan we gewoon terug naar Bolivia. We zijn onderweg naar Cochabamba, we zullen daar vandaag wel niet geraken want voor je in Cochabamba bent moet je een bergpas van 4000 m over en wij willen rijden tot 2000 m en dan een slaapplaats zoeken. Het gebied waar we doorrijden is tropisch, warm en vochtig met een weelderige plantengroei en veel cocavelden en elk riviertje zit vol volk, om te zwemmen, de was te doen of hun auto’s te wassen. Het is druk op deze weg, vooral veel camions en als we op 1875 m een plekje zien om te overnachten, stoppen we. Ik vraag aan de mensen die er wonen of we kunnen overnachten en of het veilig is en de vrouw zegt : veilig hmmmm maar ik woon hier en ze heeft een keigrote machette in haar handen, dus we gaan er vanuit dat we veilig zijn. Inmiddels is het donker en de camions rijden gewoon door, heel traag bergop en als zotten naar beneden, sommigen zelfs zonder achterlichten, in Bolivia kan alles.


Zaterdag 16/10


Vandaag gaan we op hoogtestage. We rijden door de Chapare, een tropisch gebied met veel groen en we moeten een berg van 4000 m over. Aan de andere kant van de berg ligt Cochabamba en daar willen we nog even langs de supermarkt. In Cochabamba eten ze 5 keer per dag, ‘s morgens ontbijt, om 10 uur soep, ‘s middags warm eten, om 5 uur weer soep en ‘s avonds nog eens warm eten en dat zie je heel goed, de mensen hier zijn even breed als ze hoog zijn. Ik ga naar de bakker om brood en die van den bakker vraagt waar ik vandaan kom, als ik zeg dat we van Europa komen zegt ze : »daarom ben je zo mager, koop maar gauw een slagroomtaart want het is dringend nodig ». Ik heb dan maar een grote slagroomtaart gekocht om dat mens gerust te stellen. Voorbij Cochabamba gaan we terug de hoogte in en het landschap verandert, het lijkt onwezelijk, precies een filmdecor, het lijkt wel of de bergen en de rivieren zijn bijgekleurd, heel raar. Als we op 4500 m hoogte zijn, beginnen we serieus naar adem te snakken en we zijn blij dat we terug kunnen gaan afdalen. We rijden tot 100 km voor La Paz en daar vinden we een hostal met een grote parkeerruimte, we zitten nog altijd op 3800 m.


Zondag 17/10


We vertrekken al vroeg naar La Paz want we willen dit zo snel mogelijk achter de rug hebben. Twee jaar geleden zijn we er al eens geweest en toen hadden we gezegd : nooit meer maar we staan weer voor La Paz en zullen erdoor moeten. Er is duidelijk nog niks veranderd op twee jaar, het is een gewring en getoeter, niemand weet hoeveel rijvakken er zijn en groen of rood licht dat speelt geen rol, gewoon doorrijden of doorwringen. Ne een uur zweten zijn we door La Paz maar dat was echt de laatste keer. In Desaguadero gaan we over de grens naar Peru, de grensformaliteiten ken ik inmiddels maar toch is het elke keer een heel gedoe, een stempel hier, een papierke met een extra stempel daar maar het gaat steeds vlotter. We willen dwars door Peru naar de kust rijden om dan terug op de Panamericana aan te sluiten, twee jaar geleden zijn we al in Puno en Cusco geweest dus dat laten we nu links liggen.We hadden niet verwacht dat we zoveel bergpassen zouden moeten doen. We hebben heel de dag boven de 4000 m gezeten en het hoogste punt was 4800 m en dat voel je toch, je wordt een beetje draaierig maar het valt wel mee want ik kan zelfs op 4800m nog een sigaret smoren, straffe madam hé. De weg is ongelooflijk goed in orde en het valt ons op dat het hier in Peru zoveel properder is dan in Bolivië en zelfs dan in het noorden van Argentinië, nergens vuil langs de wegen en goeie wegwijzers en dat hadden we niet verwacht want via Puno en Cusco is het helemaal anders. In Torata vinden we iemand die cabanas verhuurt en daar mogen we gratis met de mobilhome staan.


Maandag 18/10


Gelukkige verjaardag Lizet, weer een jaartje ouder en ik blijf de jongste hé.

Vanmorgen heb ik eerst met Lizet gebeld om haar een gelukkige verjaardag te wensen, ze vindt dat ik heel raar klink via de satelliet maar we hebben mekaar dan toch gehoord. We willen heel vroeg doorrijden maar de eigenares hier heeft daar een ander gedacht over en blijft maar babbelen, na een uurtje kunnen we verder. Het is wel opvallend dat de mensen hier een stuk vriendelijker zijn dan aan de andere kant van Peru, iedereen spreekt je aan en zelfs de politie is vriendelijk. We willen vandaag helemaal tot aan de kust rijden, een 400 km verder. De rit gaat door de uitlopers van de Atacama woestijn, de droogste woestijn van de wereld, en zover je kunt kijken is er niks dan zand. Als je door die droge vlakte rijdt, zie je overal luchtspiegelingen, het lijkt alsof er water op de weg staat maar alles is even dor en droog, raar is dat toch. In Camana, aan de kust, zoeken we eerst een lavanderia op en daarna een slaapplaats en we hebben ze alletwee direct gevonden. We willen hier twee dagen blijven want we hebben de laatste dagen zoveel kilometers gedaan, de Jos wil een beetje uitrusten aan het frisse strand en onze was is pas woensdag klaar.

donderdag 14 oktober 2010

Santa Cruz en de Familia Garcia

Zondag 10/10


We hebben niet echt geweldig geslapen vannacht want aan de overkant van de straat is gisteren een bruiloft begonnen en dat duurt drie dagen hier, luide fanfaremuziek afgewisseld met een zangeres die geweldig vals zong tot vanmorgen zeven uur en dat duurt nog tot morgenavond. Wij gaan met Gustavo en de familie naar een hotel in Santa Cruz voor het middagmaal, almuerzo heet dat hier, het is een supersjiek hotel met zwembaden en een prachtige tuin en je kan er eten zoveel je wilt . Na het eten spelen de kinderen nog een partij tennis maar wij kruipen onder een boom, op vlucht voor de brandende zon. Als het goed en wel donker is begint de fanfare aan de overkant weer gas te geven maar wij zijn het al een beetje gewoon.


Maandag 11/10


Het wordt warmer en warmer, de wind komt uit het Noordoosten, recht uit het Amazonegebied en voelt gewoon warm aan, het zand stuift rond ons oren want hier in Santa Cruz zijn alleen de hoofdstraten geasfalteerd , de meerderheid van de straten zijn gewoon zand en de lucht is overtrokken van al dat zand dat rondvliegt. Al is Santa Cruz, buiten het centrum, een vuile stad toch heeft het wel iets. Ik ben nog nergens in Zuid-Amerika mensen tegengekomen die zoveel feesten als hier in Santa Cruz, vooral als het weekend begint barsten de feesten hier los, luide muziek, veel drank en dan is het geld weer op dat ze tijdens de week verdiend hebben. Morgen gaan ze onze auto nakijken want onze mekanieker in Belgrano heeft daar geen tijd voor gehad (8 maanden), waar ik die mens 600 € voor betaald heb weet ik nog altijd niet want hij heeft, buiten een nieuwe batterij, niks aan de auto gedaan.


Dinsdag 12/10


Vannacht om 4 uur was de bruiloft, die zaterdagmorgen begonnen is, afgelopen. Onze auto wordt boven de put gereden en Wilson begint er direct aan. Er blijkt een probleem te zijn met de ophanging van een wiel dus alles wordt gedemonteerd en nu begint het zoeken naar dezelfde bouten als van onze auto. Je kan alles kopen in Bolivia maar soms moet het een beetje aangepast worden maar er is voor alles een oplossing.


Woensdag 13/10


Vannacht was het weer bloedheet, het koelt hier heel weinig af ‘s nachts. Wilson ontdekt nog een probleem aan de auto, er zijn een paar rollementen slecht en die moeten vervangen worden maar het is nog maar de vraag of ze die hier hebben. Een uurtje later hebben we 2 nieuwe rollementen maar één is toch een kleine beetje anders en nu gaan ze op zoek naar iemand met een draaibank om alles aan te passen. Bij ons worden alle onderdelen gewoon uit het schab gepakt en gemonteerd maar hier is dat een heel ander verhaal maar de Wilson is een hele goeie mekanieker, hij is rustig en denkt na voor hij iets doet, die gaat dat zeker in orde krijgen. Hij werkt heel graag aan Mercedes en Gustavo noemt hem « El Aleman ». Wij gaan met Gustavo en de familie eten in Santa Cruz en we blijven dan nog maar een nachtje extra.


Donderdag 14/10


De rollementen van de auto zijn in orde maar de bout voor de ophanging van het wiel is toch een beetje anders dan die van ons en past dus niet. Alles wordt weer meegenomen en ze gaan alles terug uit elkaar halen, met de nieuwe bout naar iemand met een draaibank en voila dat gaat in orde komen. We willen stilaan wel doorrijden want we hebben nog een hele reis voor de boeg maar ja, alles moet zijn tijd hebben en ge leert hier heel geduldig te zijn. Tegen de avond komt Wilson met het goede nieuws dat de auto klaar is en wij doen een testrit naar de supermarkt en we gaan afscheid nemen van Gaby en de kinderen, Gustavo zien we morgenvroeg nog . Het was super om nog eens een week door te brengen met de Familia Garcia, Gustavo en Gaby van harte bedankt voor alles en hopelijk kunnen we ooit in België iets terug doen voor jullie.

zaterdag 9 oktober 2010

Bolivia

Maandag 04-10


We zijn op weg naar de grens en hoe dichter we bij Bolivia komen hoe vuiler en armoediger het wordt. In Aguas Blancas gaan we de grens over en met een beetje pijn in ons hart laten we Argentinie achter ons. We hebben echt genoten van dat prachtige, uitgestrekte land met zijn ongerepte natuur en warme, hartelijke mensen en we zijn zeker dat we hier ooit terug komen. De grensformaliteiten gaan zowel aan Argentijnse als aan Boliviaanse kant vlotjes en een uurtje later zijn we Bolivia binnen. De weg naar Tarija is helemaal geasfalteerd en Tarija zelf is een mooi, proper stadje, we twijfelen zelfs of we wel in Bolivia zijn. Bij de toeristendienst wijzen ze ons een camping 11 km buiten de stad en het ziet er zo goed uit dat we besluiten van 2 nachten te blijven.


Dinsdag 05-10


Vandaag gaan we Tarija eens bekijken, we wandelen wat door het stadje maar met een rolstoel is het nooit gemakkelijk, stoep op en stoep af dus we zetten ons al gauw op een schaduwrijk terrasje dat gaat ons heel wat beter af. Op de Plaza vinden we een mooi restaurantje en voor een volledige maaltijd met bier en koffie betalen we 10,70 € en het was nog lekker ook. Hier is op restaurant gaan nog eens plezant. Omdat het zo warm is gaan we terug naar onze camping in de bergen daar waait een stevig windje en dat doet goed.


Woensdag 06-10


Vandaag willen we van Tarija naar de grote baan rijden richting Santa Cruz en we hebben hier aan enkele mensen gevraagd of de weg goed is maar de ene zegt dat hij helemaal geasfalteerd is en de andere zegt van gedeeltelijk. Gedeeltelijk is het juiste woord want van de 250 km zijn er ongeveer 50 geasfalteerd en de rest is Boliviaanse ripio. Steil bergop en steil beraf, geen 50 meter recht, bij momenten gevaarlijk smal en het zand vliegt langs alle kanten rond onze oren en dat bij een temperatuur van 35 graden in de schaduw maar we weten nu zeker dat we in Bolivia. De laatste 20 km van de weg zijn adembenemd en niet alleen omdat het zo mooi is. De weg is juist breed genoeg voor de Josmobiel en je kijkt in een ravijn van ik weet niet hoe diep. Gelukkig staan er mannen met groene en rode vlaggen want anders was het onmogelijk: nog een camino de la muerte. Jammer genoeg heb ik er geen enkele foto van want je mocht er niet stoppen en ik zat aan de verkeerde kant en die weg nog eens terug rijden in de andere richting doe ik voor geen geld van de wereld. Tegen de avond zijn we alletwee steenkapot en als we een hotelleke zien vragen we of we op de parking kunnen overnachten. Geen enkel probleem zeggen ze en iets later duiken we ons bed in.


Donderdag 07-10


Vandaag rijden we tot in Santa Cruz waar we op bezoek gaan bij de familie Garcia die zijn inmiddels ook een beetje familie van ons geworden en we kijken er echt naar uit om Gustavo, Gaby en de kinderen terug te zien. Onderweg moeten we dikwijls stoppen voor Peaje en politiecontroles en daar maken we iets mee dat alleen in Bolivia mogelijk is. Bij een politiepost springt er een agent voor onze auto en zegt dat hij een half uur met ons mee wil rijden want hij moet een stuk verder 2 mannen gaan oppakken dus we laten hem in onze auto want die mens moet toch zijn werk kunnen doen. Als we onderweg een kudde ezels passeren zegt hij : kijk daar, de ministers van Evo Morales (de president van Bolivia) en zo weten we ineens hoe hij erover denkt. Een beetje later valt de brave mens in een diepe slaap en wij weten niet waar hij eruit moet. De Jos zit te schokken van het lachen en zegt dat hij hem mee gaat nemen naar Santa Cruz dan zal hij verschieten als hij wakker wordt. Ik vind dat toch een beetje te gek en hoest regelmatig heel luidruchtig zodat hij af en toe zijn ogen open doet. Een dik half uurtje later wordt hij wakker en roept : stop daar zijn ze en hij spring uit de auto om 2 mannen die langs de weg staan op te pakken. We zijn dan maar gauw doorgereden want hij kon het duidelijk alleen af. Tegen een uur of 5 komen we in Santa Cruz aan bij het bedrijf van Gustavo en het is een blij weerzien. ·S Avonds gaan we met heel de familie eten in Santa Cruz, het is gezellig en leuk om te zien hoe de kinderen op anderhalf jaar gegroeid zijn.


Vrijdag 08-10


De Jos wil vandaag nog het een en ander doen aan de auto en al gauw is hij volop in gang met zijn onafscheidelijk klein bleiterke. Ik maak de auto terug stofvrij en stop bij Gaby de was in de machine. ·s Middags eten we bij het beste restaurant van Zuid Amerika, thuis bij Gaby. Het eten is superlekker maar voor ons eigenlijk veel te veel zodat we na het eten een paar uur plat moeten liggen. Ik ga met Gaby nog even langs de supermarkt en langs de tennisclub van Thiago en Nico, volgens mij wordt Thiago de volgende Nadal.


Zaterdag 09-10


Gelukkige verjaardag Mieke Nuytemans. Dikke kus van ons xxxxxxxxxxx


Omdat de broer van Gustavo, die pas weduwnaar geworden is, met zijn dochter op bezoek komt vandaag slapen wij in onze auto op het bedrijf. Dat is geen enkel probleem het is voor Jos zelfs gemakkelijker dan in huis bij hen. Gustavo en Gaby vinden het een beetje vervelend dat we niet bij hen in huis kunnen maar hier op het bedrijf hebben we alles wat we nodig hebben : een rustige, veilige plek, water, electriciteit, Wc, internet enz.. We hebben juist kennisgemaakt met de broer van Gustavo en het is juist zoals zijn broer een vriendelijke, warme mens. We hebben het getroffen hier in Santa Cruz.

dinsdag 5 oktober 2010

Naar de grens.

Dinsdag 28 september


We zijn vanmorgen wakker geworden met de zon en dat deed echt goed, we kijken hier wat rond in het Nationaal Park en rijden dan verder richting San Juan. Vlakbij San Juan is het heiligdom van de Difunta Correa, overal in het land zie je kapelletjes ter ere van haar. Bij die kapelletjes laten de mensen, vooral vrachtwagenchauffeurs, water achter. In San Juan, waar ze is gestorven, staan honderden kapelletjes en er hangen duizenden nummerplaten, het ziet er heel rommelig uit maar het heeft wel iets. Omdat het weer steeds beter wordt stoppen we in San Augustin Valle Fertil en we zetten ons op een kleine camping. We bakken een paar grote Argentijnse biefstukken en zitten heel de avond buiten te genieten, het is daarvoor dat we naar hier gekomen zijn.


Woensdag 29 september


Omdat we dit jaar Argentinië definitief achter ons laten wil de Jos nog eens langs NP Talampaya, een van de mooiste parken van het land. In het park zelf mag je niet met de auto in dus gaan we met een busje mee, omdat de Jos in de rolstoel zit moeten we geen van beiden betalen en de gids heft de Jos vakkundig in het busje. We maken een rit van 2 uur door het park en komen ogen te kort, het is echt adembenemend mooi. Omdat we morgen in Cafayate willen zijn moeten we vandaag nog een heel stuk rijden. We besluiten ergens halverwege tussen Talampaya en Cafayate te overnachten en dat is heel toevallig in Andolucas, op camping « het groot kieken » , voor meer uitleg over die naam kan je bij Liesbeth en Weking terecht. Het is een blij weerzien met het sympathieke campingske en we zitten tot een uur of 10 buiten, het was vandaag een zalig, warme dag.


Donderdag 30 september


Al goed op tijd vertrekken we richting Cafayate. We rijden door het ruige, droge maar toch zo mooie Catamarca over de Ruta 40. We passeren de authentieke dorpjes Londres, Belen en Hualfin en dan begint de ripio, de Ruta 40 is hier verre van goed maar de zon en het prachtige landschap maken veel goed. Rond een uur of drie komen we aan in Cafayate, op camping Luz y Fuerza en we voelen ons direct thuis : veel zon, luide Cumbia muziek en brandende barbecues. We halen de zonnebrandolie boven en zetten ons in het zonnetje, het is ongeveer 28°. ‘s Avonds gaan we in het dorpje een goeie biefstuk eten en een lekker wijntje drinken, Cafayate is bekend voor zijn lekkere wijn en dat moeten we toch nog eens testen.


Vrijdag 1 oktober


De zon is er al vroeg bij vandaag en de Jos gaat een stukje biken, terwijl wandel ik naar het dorpje om wat telefoontjes te doen en efkes op internet te kijken. Ik zit wat op de Plaza naar de mensen te kijken en het valt echt op dat ze alles traag en rustig kunnen, lopen, fietsen, werken behalve babbelen dat kunnen ze heel snel. Cafayate is een gezellig plaatsje en op de Plaza is altijd wel iets te zien en er is altijd wel iemand die met je wil kletsen. Als de Jos uit gebiked is komt hij ook naar de Plaza om een tas koffie te drinken en de rest van de dag blijven we op de camping. Morgen rijden we naar Salta, weer een stapje dichter bij de grens.


Zaterdag 02/10


Jos is vannacht ziek geworden en hij heeft wat koorts dus we doen het vandaag rustig aan, we rijden tot Salta, door de Quebrada de Cafayate. We doen de Quebrada nu al voor de 4de keer en het lijkt hier elke keer weer mooier, ik had me voorgenomen om er deze keer geen enkele foto te maken maar het is me weer niet gelukt alhoewel zoiets mooi niet echt op papier plakt. In Salta gaan we eerst naar de supermarkt en daarna naar de camping. Op de camping in Salta is het altijd gezellig en er staan altijd Europeanen ,deze keer staan er vijf Franse mobilhomes maar omdat de Jos zich nog niet echt goed voelt gaan we op tijd slapen en hopelijk is hij morgen beter.


Zondag 03/10


Jos voelt zich vanmorgen een stuk beter dan gisteren en daarom rijden we weer een stukje dichter naar de grens. We gaan nog eens langs de supermarkt en slaan een flinke voorraad in, vooral vlees . In Bolivië moet je dikwijls lang zoeken naar een winkel en vlees durf ik er, buiten de grote steden, niet kopen. Een 150 km voor de grens bij Parque Calilegua vinden we een mooi, rustig plekje voor de Josmobiel en morgen gaan we de grens over.