vrijdag 22 juli 2016

ALASKA – THE LAST FRONTIER

Het is zover, we staan eindelijk bij het bord met de tekst : “Welcome in Alaska”. Soms hebben we getwijfeld of we er nog ooit zouden geraken maar het is dan, na een paar serieuze hindernissen, toch gelukt.

Het is zomer en hier in het Noorden gaat nu de zon onder om 1 uur ’s nachts en ze komt terug op om 3 uur ’s nachts, de 2 uurtjes tussenin schemert het lichtjes. Het echt wennen om te gaan slapen als de zon nog volop schijnt maar ik denk dat de winter veel moeilijker is want, buiten de bittere kou is het bijna 24 uur donker. Wij hebben prachtig weer, zonnig en af en toe een flinke regenbui en een dik pak wolken maar zelfs dan hebben we nog veel meer uren zon dan thuis. Spijtig hebben we de eerste nacht al een ontmoeting met de monsters van Alaska, de muggen. Ze komen langs alle spleten de mobilhome binnen en vallen ongenadig aan,  gewapend met 2 vliegenmeppers liggen we in ons bed terwijl ze continu rond ons hoofd zoemen. Vreemd genoeg hebben we naderhand weinig last meer van de muggen, misschien zijn er in het zuiden minder ofwel werkt de vitamine B, die ik neem, perfect.

We zijn diep onder de indruk van de ongerepte natuur, de dichte bossen, bergen en gletsjers, snelstromende rivieren en prachtige meertjes, kortom Alaska is gewoon heel, heel mooi. Als er dan af en toe een eland de weg oversteekt of we, in de verte, een grizzly beer zien dan is onze dag helemaal af.

In Denali Nationaal Park hopen we Mount Mc Kinley (6200 m) te zien maar, zoals meestal in de zomer, is de top omgeven door dikke wolken.  Denali NP heeft gelukkig veel meer te bieden dan Mount Mc Kinley , we zien grizzly ’s, elanden, kariboes en zelfs een wolf. Omdat we niet met de auto in het park mogen, boeken we een tour met de parkbus  en buiten de prachtige landschappen die we zien, is dat een avontuur op zijn eigen. De vrouwelijke chauffeur remt, elke keer ze denkt dat ze een dier ziet, zo hard dat de Jos alle moeite moet doen om in zijn rolstoel te blijven zitten en tijdens de rit terug was ze duidelijk koers aan het doen met de andere bussen.

Na een korte stop in Anchorage rijden we zuidwaarts, op weg naar de kust en naar de fjorden,  op zoek naar orka’s en walvissen . Elke avond vinden we weer een plekje om te slapen, soms gewoon een rest area of een parking maar soms ontdek je een echt juweeltje.  We vonden een klein meertje met blauwgroen gletsjerwater en, alsof dat nog niet genoeg was, stonden er een aantal toffe mensen. We hebben een reuze avond gehad, gelachen, gedronken en ervaringen uitgewisseld en dat is waar we het voor doen, voor de mooie plekjes en voor de mensen die je onderweg leert kennen

maandag 11 juli 2016

ON THE ROAD AGAIN

Bij Mercedes Georgetown trekken ze grote ogen als wij  maandagmorgen weer voor hun deur staan. Gelukkig valt het allemaal mee en kunnen we ’s middags terug op pad.  De eerste 500 km zijn we nog een beetje ongerust en houden nauwlettend alle metertjes in de gaten maar al gauw zit de Jos terug fluitend achter het stuur.

We rijden door de Texas Plains, de grote vlaktes waar de oliepompen ijverig  ja-knikken om daarna een blits bezoek te brengen aan Taos in New-Mexico.

Colorado is onze volgende staat, wij rijden door een prachtig berglandschap maar hoe mooi Colorado ook is, het zal nooit mijn favoriete staat worden, geef mij maar het kleurrijke van New-Mexico.

Wyoming, de echte cowboystaat, is de volgende in het rijtje. Wyoming  is zo dun bevolkt dat het lijkt of er niemand woont, we genieten van de prachtige vergezichten met hier en daar een boerderijtje of een piepklein dorpje. Omdat de Jos wat rust nodig heeft, besluiten we een dagje te relaxen in de Grand Tetons en in Yellowstone. In Yellowstone zijn we juist op tijd om de Old Faithfull, de grote geiser, te zien spuiten en hebben het geluk om een kudde bizons de rivier over te zien zwemmen, nooit gedacht dat die kolossen zo goed konden zwemmen.

In de volgende staat, Montana, wonen 2 ongelooflijk toffe mensen, Merle en Jan. Het is van 2012 geleden dat we hen gezien hebben maar als we beginnen te babbelen (vooral Jan en Ik) lijkt het of het was gisteren. Na een gezellige avond blijven we een nachtje slapen en de volgende morgen nemen we, een beetje stilletjes, afscheid. Wie weet hoe lang het duurt voor we mekaar nog eens terug zullen zien.

Door de staat Washington rijden we naar de Canadese grens en binnenkomen in Canada gaat, zoals gewoonlijk, heel vlotjes. Als we ’s avonds op de kaart kijken realiseren we ons hoe ver weg Alaska nog altijd is. We cruisen door het prachtige landschap van Britisch-Columbia, overal bossen, rivieren en meren  en het is hier dat we onze eerste beren en elanden zien. Vanaf nu kijk ik eerst voorzichtig rond voor ik buiten rondwandel. We rijden al voor de 3de dag door Britisch-Columbia als we zien dat we een belachelijk klein stukje van de kaart hebben afgelegd. Canada is niet gewoon groot maar het is immens groot.

 Het Via PanAm team zit in Beaver Creek vlak voor de grens met Alaska, 7 juli verjaren Jos en Weking en de Jos wil dat persé samen met hen vieren dus het gaat vooruit over de Alaska Highway door de prachtige natuur van de Yukon.

Na 6800 km vanaf Austin/Texas tot aan de grens met Alaska, bollen we op 7 juli om 18.00 u Beaver Creek binnen. Liesbeth heeft onze auto gezien en staat al langs de kant van de weg te springen en de rest zit ons op te wachten met een frisse pint. We gaan hen een paar dagen volgen maar dan rijden we verder Alaska in. We hebben een paar fantastische dagen met Liesbeth, Weking, Stiaan en An, Weking is nog altijd in topconditie en de sfeer in het ViaPanAm team is supergoed. Het was heel leuk om Weking een paar dagen te volgen tijdens het lopen en we zijn een stuk geruster nu we gezien hebben hoe goed die vier het doen. Via Panammers we zijn trots op jullie.


We nemen, voor een korte tijd, afscheid van hen en gaan de grens over naar ons uiteindelijke doel, ALASKA.