maandag 7 januari 2019

RIVIERA MAYA


Cancun is de eerste plaats waar we halt houden in de staat Quintana Roo.  Op het eerste gezicht staat Cancun, een grote badstad, ons tegen maar we gaan het toch een kans geven.  Omdat ik weiger de zotte prijzen voor de campings hier te betalen, slapen we op de parking van Walmart, altijd goed, veilig en je hebt vers brood 's morgens.
De volgende dagen we wat rond in Cancun, door de grote hotelzone met privé stranden en naar Playa Delfines, een publiek strand.  Het is er zo ongelooflijk druk, er staan mensen om het verkeer te regelen en we moeten zo dicht bij elkaar parkeren dat Jos niet uit de auto kan.
Ik wandel even over Playa Delfines en bewonder het blauwe water van de Caïribische zee en dat was het dan voor ons in Cancun.
Playa del Carmen is hetzelfde, veel hotels en veel toeristen en nergens een mooi plekje om aan het strand te parkeren.

We hebben van een bevriende Overlander een tip gekregen over een mooie camping in de bossen, weg van de drukke playa's. Tussen Playa del Carmen en Tulum draaien we af naar "Cavelands in the jungle" waar een gestrande Nederlander al 20 jaar een camping heeft.
Op het terrein van de camping liggen verschillende grotten en zelfs een kleine cenote. We parkeren onze auto zo dat we bij wijze van spreken in de cenote kunnen rollen.  Zalig hier, hier hoor je alleen maar vogels en af en toe een andere kampeerder. Na een paar dagen rust, bij Rens op de camping, rijden we verder naar Tulum.

Ik had me zoveel voorgesteld van de Rivièra Maya maar de weg van Cancun tot voorbij Tulum is bezaaid (of begaaid) met grote, buitenlandse hotelketens en luxe resorts en alle stranden zijn privaat en goed afgeschermd.
Het ergste van al vind ik dat langs de weg, om de paar kilometer, torens staan met security in. De, meestal Amerikaanse, luxe resorts beschermen hun privé domein en hun stranden, ze zijn zo afgeschermd dat de gewone Mexicaan niet meer bij zijn stranden kan.
Stel je toch eens voor dat een Amerikaanse toerist geconfronteerd zou worden met een Mexicaanse familie, radio's op de schouder en hun koelboxen vol met bier en taco's, dat mag absoluut niet gebeuren want daar komen ze niet voor naar Mexico.

Tulum zelf is een gezellig plaatsje maar het is Mexico niet. Ik ruik hier geen aangebrande kippenbillen en taco's, het is te proper en te gladjes om echt Mexicaans te zijn.  We rijden dan maar naar het natuurreservaat Sia'an Ka'an in de hoop een mooi strand te vinden waar we op mogen maar zelfs in het natuurreservaat staat het vol hotels en restaurantjes met vegan en healthy food.  Nadat we verschillende kleine zijwegen geprobeerd hebben, vinden we toch een strandje waar we een paar uurtjes blijven zitten, het is er mooi en rustig.
Terug in Tulum parkeren we bij de Chedraui supermarkt om te overnachten. Het is echt gezellig op de parking want er staan nog 11 mobilhomes, allemaal mensen die de campings hier te duur vinden.

Ik ben er zeker van dat er veel mensen zijn die wel echt genieten van de Rivièra Maya. Je een paar weken laten verwennen in een hotel of resort en wat uitstappen doen, kan heel tof zijn maar het is gewoon een ander soort toerisme en het past niet echt bij ons.

Als we zo'n 100 km voorbij de Rivièra Maya zijn en in het eerste stadje komen, ben ik gerust. Ik ruik, proef en hoor Mexico weer, chaos in de straten, rommelige winkels en ja hoor, aangebrande kippenbillen.

Om Oudejaar te vieren gaan we naar Chetumal, aan de grens met Belize. Als we aankomen, staan er al 2 Duitse mobilhomes en één van hen hebben we al ontmoet bij de Laguna Bacalar. We besluiten om met ons 6 te gaan eten en daarna verder te vieren aan de mobilhomes. Het was een gezellig Oudejaar en we zijn heel rustig het nieuwe jaar ingegaan.
We blijven nog een paar dagen op de camping om te genieten van het zwembad en nemen dan afscheid van onze Duitse vrienden.

We verlaten Quintana Roo, we hebben een tip gekregen over een kleine camping in de jungle en daar gaan we eens kijken. Een stukje voor het stadje Escarcega draaien we af, de jungle in.
De kleine camping is van een plaatselijke familie en de zonen brengen ons naar de open plek in de jungle. Ze tonen ons trots de W.C. en de douche en rijden dan vrolijk met hun 3 op de brommer weg.
Dit is echt wat ze noemen, een primitieve camping. De W.C. is OK en redelijk netjes maar de bril die erop ligt, is van een kindertoilet denk ik. Het is in ieder geval een heel grappig zicht en de douche is buiten, midden op de camping, en heeft geen gordijn of deur.
De brulapen die er zitten, laten zich 's middags heel even aan ons zien, ze spelen wat in de bomen en dan zijn ze weer weg.
's Nachts om 4 uur worden we wakker van een gebrul en ja hoor daar zijn ze dan, de brulapen die hun naam duidelijk niet gestolen hebben. Hun gebrul  klinkt heel luid en eng in de nacht maar tegelijk is het fascinerend om zoiets boven je hoofd te horen terwijl je lekker in je bed ligt.
De jungle is toch iets speciaals en wij zijn er graag, ik vooral overdag. Als het donker wordt dan is het ook echt pikdonker hier en overal ritselt en beweegt wat. Ik zit constant met een zaklamp rond te schijnen of er toch zeker niets over en rond mijn voeten kruipt.
Inmiddels zijn we vertrokken en zijn we op weg naar Palenque, we zijn er al eens geweest maar het is een hele speciale plek en er hangt een aangename sfeer.. Je komt er ook dikwijls andere overlanders tegen en dat is af en toe ook wel eens leuk.

1 opmerking:

Anoniem zei

yo ik ben Ronan en ikke Bjarne en mij ni vergeten hè t'is Arwen

we wachten tot jullie thuis zijn





SMILE!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!