maandag 30 januari 2017

ANOTHER DAY IN PARADISE




“Another  day in paradise” dat is hoe we mekaar ’s morgens begroeten op Playa Tecolote. De playa’s  ten noorden van La Paz zijn dan ook echt een droom, alleen witte stranden en een azuurblauwe zee.  Op Tecolote kan je gratis kamperen maar er zijn totaal geen voorzieningen altijd prachtige natuur, als je behoefte hebt aan restaurantjes of terrasjes of wat dan ook, dan moet je hier niet zijn maar 30 km verder in La Paz. Na 5 of 6 dagen wild kamperen gaan de meesten één dagje naar de camping in La Paz om water te tanken, de was te doen, mails en berichten te checken, telefoneren als het internet mee wil werken en na een bezoek aan de supermarkt kan je dan weer terug naar de playa’s voor een dag of 6.


Wij rijden terug naar La Paz want het Via PanAm team is op weg naar het stadje. We blijven, samen met hen, een paar dagen in La Paz want ze hebben daar één en ander te regelen. De auto van Liesbeth en Weking is langs achter aangereden door een, veel te snelle, Mexicaan en moet hersteld worden en ook de overtocht naar het vasteland van Mexico moet geregeld worden en voor de rest willen we gewoon, samen een paar dagen van mekaars gezelschap genieten.
Na 2 dagen in het gezellige La Paz willen we samen nog een nacht op Playa Tecolote doorbrengen en vandaar gaan ze dan de ferry op naar het vasteland.  Wij rijden al vroeg naar het strand, beladen met een aantal flinke steaks en nog veel meer lekkers terwijl zij nog een aantal zaken in La Paz regelen. De meeste mensen op Playa Tecolote zijn inmiddels op de hoogte van wat en wie het Via PanAm team is en wat ze doen, ze worden dan ook met open armen ontvangen door onze mede-kampeerders. De dag na de barbecue wordt ik met een raar gevoel in mijn maag wakker want vandaag nemen we echt voor lange tijd afscheid van onze kinderen. Onze laatste dag samen brengen we door op het strand in de stralende zon, er wordt wat gezwommen, gebabbeld met de buren en ons Liesbeth knipt nog heel vakkundig mijn haar en dan is het zover….. het afscheid is zowel voor ons, als voor hen niet gemakkelijk. Vanavond om 8.30 u vaart de ferry uit en we beloven om hier met z’n allen met onze lichten te knipperen als ze passeren. Groot is onze verbazing als ze ’s avonds om 8 uur terug op Playa Tecolote aankomen. Door een stomme fout van de Mexicaanse douane mochten ze niet aan boord en moeten ze morgen terug naar La Paz om bepaalde documenten op te halen.
Dat wordt dus nog maar eens afscheid nemen van Liesbeth en Weking en ook van An en Stiaan, die ook een heel speciaal plekje in ons hart gekregen hebben. Als ‘s avonds om 8.30 u de ferry langs vaart, knipperen er bij verschillende auto’s lichten, een felverlicht strand als groet aan het Via PanAm team. Wij blijven nog een paar dagen op Playa Tecolote maar dan wordt het weer  tijd om een beetje verder te rijden.


Onze volgende overnachtingsplaats is aan een kleine, verscholen baai Playa Ensenada Muertos waar juist de vissers binnen varen. Hun vangst is indrukwekkend, ze hebben verschillende hamerhaaien gevangen maar ook een witte haai van 2.5 meter lang, er zijn 6 mannen nodig om hem uit het bootje te heffen en aan land te krijgen. Ik heb er geen foto’s van genomen want dat wordt daar niet op prijs gesteld omdat het vangen van witte haaien en hamerhaaien eigenlijk verboden is.


We besluiten naar Todos Santos te rijden waar het énige, echte “Hotel California” staat. Todos Santos is een gezellig dorpje met smalle straatjes,  veel winkeltjes, restaurantjes en natuurlijk Hotel California. We rijden juist buiten het dorpje naar een strandje en we staan nog maar goed en wel geparkeerd als onze Duitse vrienden van Tecolote hier ook aankomen. De volgende morgen bezoeken we samen Todos Santos en alhoewel we heel goed weten dat Hotel California een “tourist trap” is, willen we er absoluut naartoe. Samen met Gebhard en Liesl eten we op de binnenplaats van het hotel en het is super. Het eten is goed, de obers zijn vriendelijk, de sfeer is er fantastisch en er wordt, traditioneel, maar één nummer gespeeld “Hotel California” van de Eagles.

10 minuten buiten Todos Santos ligt een mooi strandje, La Pastoria en daar gaan we een paar dagen blijven. De attractie hier aan de Pacific Oceaan zijn de walvissen. Elk jaar komen duizenden grijze walvissen naar hier om te paren en kleine walvisjes op de wereld te zetten. Ze verlaten de noordelijke Beringzee en leggen zo’n 10.000 km af naar de kusten van Baja California.We zien de hele dag de waterstralen van de walvissen en regelmatig zien we ze, in de verte, springen en spelen in de Oceaan.
Playa Pastoria is ook heel populair bij de surfers. Door de hoge golven en de stroming is het hier te gevaarlijk om te zwemmen maar voor de surfers is het een echte speeltuin. ’s Morgens vroeg liggen ze al in de golven te wachten op de perfecte wave. Het is een apart volkje, de surfers, de meeste onder hen hebben een oude, roestige pick-up truck, een hond en wat surfplanken en dat is het dan maar het zijn toffe mensen en we vervelen ons geen seconde op dit strand.


We zitten nu in het uiterste zuiden van Baja en het weer is hier nu zoals in België in een hele, goeie en warme juli maand. We gaan morgen toch proberen om weg te geraken in Todos Santos om terug naar La Paz te rijden en dan stilaan wat noordelijker, heel, heel  traag terug richting U.S.A

woensdag 11 januari 2017

KERSTMIS EN NIEUWJAAR IN BAJA.



Kerstavond en Kerstmis blijven toch speciaal, op die dagen wil je bij je familie of hele goede vrienden zijn. Wij hebben de kerstdagen doorgebracht met een deel van hen en we hebben er enorm van genoten.
Op Kerstavond hadden we een restaurant met, zoals de traditie wil, teveel eten en teveel wijn en Kerstdag zelf was een rustige, lome dag met heel veel zon.
Na de kerstdagen hebben we nog maar eens afscheid genomen van het Via PanAm team en zijn doorgereden naar het Zuiden. We zullen hen terugzien half januari als ze de boot nemen naar het vasteland van Mexico. Het grote afscheid komt steeds dichterbij en ik zie er enorm tegen op, ze gaan dat zeker en vast heel goed doen met hun vier en ze trekken heel goed hun plan maar dat wil nog niet zeggen dat wij ze niet keihard gaan missen, april 2018 is nog zo ver weg.


Het regent als we in Mulegé aankomen , volgens de plaatselijke bevolking is het 15 jaar geleden dat het in December geregend heeft. In de zomer gebeurt het dat er een aantal weken heel veel regen valt zodat er op sommige plaatsen meer dan 1 meter water staat maar dat is het dan ook voor de rest van het jaar.
De camping in Mulegé staat vol appelsienenbomen, de takken hangen zwaar door en er hangt een zoete geur. Dit is een paradijs voor iemand die verslaafd is aan appelsienen en vooral als de eigenaar zegt dat ik er zoveel mag plukken als ik wil.

Een beetje zuidelijk van Mulegé zijn een aantal prachtige strandjes. Op het eerste, Playa Santipac, blijven we drie dagen en we gaan hier ook gelijk Nieuwjaar vieren.
Met Oudejaar eten we, samen met een aantal Canadezen, bij de Mexicaanse familie die een eethuisje uitbaten op het strand. Het eten en de Margarita’s zijn lekker en het gezelschap goed.
Van Oud naar Nieuw zitten we samen met een Zwitsers koppel aan het kampvuur. Nicol en Renato hebben ook een lange tijd door Zuid-Amerika gereisd en het blijkt dat we veel gemeenschappelijke vrienden en kennissen hebben. Het is een aangename, rustige Oudejaarsnacht en het taaltje dat we spreken met de Zwitsers is een mengeling van Engels, Spaans, Italiaans en Duits maar we verstaan mekaar perfect soms nog beter dan wanneer je allemaal dezelfde taal spreekt, nu moet je echt luisteren naar mekaar. Onze talenkennis wordt tijdens deze reis toch weer serieus opgefrist. We komen redelijk veel Fransen en Duitsers tegen en een Belg past zich altijd aan en probeert iedereen in zijn taal aan te spreken. Zo kan het gebeuren dat je op een dag Engels, Frans, Duits en Spaans gesproken hebt of toch iets dat er op lijkt.


Met Nieuwjaar rijden we naar het stadje Loreto met de hoop op een goede internetverbinding, op de 1ste dag van het nieuwe jaar wil ik toch graag met het thuisfront bellen. De internetverbinding is bijlange niet wat we ervan verwacht hadden maar we weten dat daar alles goed gaat en zij weten dat het ons hier goed gaat en dat is al heel wat.
1 januari 2017 is een warme dag met een stralende blauwe hemel. Op de camping in Loreto ontmoeten we een Nederlands koppel die overal ter wereld al gefietst hebben.  Ze zijn in Mexico City vertrokken en doen nu heel Baja California, ik heb veel respect voor hen want het gaat hier enorm bergop en bergaf en het kan hier serieus waaien.

We besluiten niet in Loreto te blijven en terug naar één van de kleine strandjes te rijden.  Op Playa Requeson, aan een kleine schitterende baai, vinden we een mooi plekje voor de volgende drie dagen.
De Franse familie die we steeds weer tegenkomen is hier ook aangeland en een dag later komen de Nederlanders, Hans en Francien, er ook aangefietst. Baja is niet zo groot en er zijn maar weinig wegen dus lijkt het na een tijdje of je iedereen kent die hier rondreist.
Playa Requeson is een klein paradijsje, buiten een paar kampeerders en een paar vissers is hier niets of niemand. Er is geen water of elektriciteit, geen winkels of restaurants.  Je moet zorgen dat je genoeg eten en drinkwater bij hebt want, buiten vis, kan je hier niets kopen.
Als de kleine vissersbootjes aankomen wordt de vangst ter plaatse gekuist en verkocht, verser kan echt niet. We kopen voor 1€ een kilo vis om samen met Hans en Francien te eten, we hebben geen idee welke vis het is maar het was lekker en verser heb ik hem nog nooit gegeten. Wat een leventje, begin januari, lekker buiten in het zonnetje op het strand……dan smaakt alles lekker.
Vandaag was het een heel spektakel toen de vissers op het strand kwamen. De vangst was rijk, ze hadden verschillende reuze roggen gevangen en dat duurt even om die te kuisen. De branding kleurde rood van het roggenbloed en er vlogen honderden vogels, vechtend om een beetje visafval. Het was een prachtig schouwspel maar ik heb vandaag vandaag geen vis gekocht want zo’n reuze rog past absoluut niet in het diepvriezertje van de Josmobiel.

Vanmorgen vroeg stond de Braziliaanse jongen, die hier al weken op het strand woont, aan onze auto met nieuws.  Vanaf 1 januari zijn de benzineprijzen hier flink de hoogte in gegaan en daarom wordt er gestaakt, er zijn al verschillende blokkades en van hier tot in het uiterste zuiden zijn de meeste benzinestations gesloten. We besluiten gewoon een paar dagen langer op het strand te blijven tot de storm wat is gaan liggen, er zijn ergere dingen dan hier in de zon te zitten. We rijden samen met de Braziliaan naar Mulegé om eten en drinkwater en daar zien we lange rijen aan de gesloten benzinepomp staan. We praten met een aantal vrachtwagenchauffeurs, volgens hen zou binnen 2 dagen alles weer terug normaal verlopen en één van ons geeft ons een adres waar we diesel kunnen kopen.  Met een volle diesel- en watertank en eten en drinkwater voor een paar dagen rijden we terug naar Playa El Requeson en inderdaad twee dagen later gaat alles hier in Baja weer gewoon zijn gangetje.  Alhoewel het heel verleidelijk is om heel de winter hier te blijven hangen, nemen we toch afscheid van iedereen op El Requeson en rijden verder naar het zuiden.



Onderweg naar het zuiden krijgen we het ineens in ons hoofd om door het binnenland en door de bergen naar La Paz te rijden. We hebben er geen idee van hoeveel kilometers deze weg is en van de toestand van de weg weten we al helemaal niks. We beginnen aan ons off-road avontuur en al gauw blijkt dat de weg slecht is, het gaat heel traag met 15 km per uur. Tegen de avond vinden we een prachtig plekje met zicht op de Zee van Cortez en met de hoop dat de weg morgen beter wordt kruipen we in ons bed. De volgende dag komen we er achter dat het slechtste stuk nog moest komen, wij vloeken en de Josmobiel kreunt  en nog maar eens zeggen we dat we dat nooit meer gaan doen, maar we worden wel beloond met een prachtig stukje natuur, de bergen hebben zo’n mooie kleuren zodat we de praktisch onberijdbare weg  even vergeten. De temperatuur hier in het binnenland loopt op tot ruim 30 graden en het is heet en stoffig in de Josmobiel, het zand zit tot in de kasten maar we hebben alle twee een big smile op ons gezicht van contentement.   Het is geleden van in Bolivië dat we nog zo’n slechte weg gehad hebben, inmiddels zouden we ouder en wijzer moeten zijn maar blijkbaar komt bij ons het verstand niet met de jaren.