woensdag 30 januari 2019

TEHUACAN - PUEBLA en CHOLULA


Voor we Oaxaca verlaten, moeten we nog een paar dingen regelen. Eerst rijden we langs de luchthaven om dar onze tickets voor Mexico City te kopen.
Aan de balie van Volaris gaat alles heel vlotjes tot ze ons Belgisch adres in de computer moeten invoeren. De bediende van Volaris fronst zijn wenkbrauwen en zucht een aantal keren luidruchtig vooraleer hij Wuustwezelsesteenweg juist in zijn computer heeft staan. Dat vind ik eigenlijk heel straf in een land waar namen als : Tlachihualtépetl en Tlacochahuaya normaal zijn.

Onze volgende halte is bij Mercado Suburbia omdat we dringend een nieuwe matras moeten kopen. De aanschaf van een matras is zo gebeurd maar hij moet nog in de Josmobiel en op ons bed en dat gaat pas- en meetwerk worden.  Twee bereidwillige Mexicanen dragen de matras in de Josmobiel maar dan begint het geduw en getrek om hem op ons bed te krijgen. Op een gegeven moment stond één Mexicaan op ons bed, de andere zat onder de matras en ik zat geklemd tussen de matras en de kasten. Na veel zweten, wringen, duwen en nog meer lachen lag ineens de spiksplinternieuwe matras op ons bed.

We rijden Oaxaca uit naar het Noorden, richting Puebla tot we in Tehuacan een bordje zien : Parque Avontura. Het parkje is eigendom van de stad, er is een laguna, een paar zwembaden en een speeltuin en de vriendelijke mannen aan de ingang zeggen dat we hier gerust kunnen blijven overnachten, er is hier 24 u. security. We parkeren met zicht op de laguna en besluiten een nachtje te blijven.
Het éne nachtje worden er uiteindelijk vier want het is zalig hier, ik wandel een aantal keren per dag rond de laguna, Walmart is 10 minuutjes te voet en Home Depot, Jos zijn speelgoedwinkel, zit vlakbij de ingang van het parkje.
Over onze veiligheid moeten we niet twijfelen, de gevangenis van Tehuacan (400 mensen)  is vlakbij en de politie in de wachtorens zit recht op ons te kijken, ze komen ons zelfs een bezoekje brengen om de auto van dichtbij te bekijken en omdat ze willen weten waar we vandaan komen.
We horen 's morgens de gevangenen zingen en oefenen met hun fanfare. De trommelaars dat lukt al aardig maar aan de blazers is nog veel werk, het is in ieder geval een muzikale gevangenis.
Na 4 dagen wuiven de mannen van het Parque Aventura ons uit en gaan we op weg naar Puebla.

Puebla is de 4de grootste stad van Mexico, ze is omringd door vulkanen en ligt op 2160 meter.
Het historisch centrum van Puebla is door Unesco uitgeroepen tot Werelderfgoed en terecht. Je komt ogen te kort, frivole gevels bezet met keramiek tegels (talaveras), op elke straathoek een barokke kerk met plafonds vol cherubijntjes en vergulde engeltjes, charmante pleintjes, kleurrijke volksbuurten en prachtige musea.
Omdat het voor Jos niet zo simpel is om door het stadscentrum te geraken, nemen we een toeristenbus die een rondrit maakt door de hele stad. We rijden anderhalf uur door Puebla, we hadden er eigenlijk niet veel van verwacht maar het was echt de moeite waard en zo heeft de Jos ook van de schoonheid van Puebla kunnen genieten.
Terwijl ik nog een museum bezoek en hier en daar nog een kerkje van binnen bekijk, geniet Jos van het zonnetje op het plein aan de kathedraal.

Na een paar dagen Puebla rijden we naar Cholula waar we ook een nachtje willen blijven.
Cholula is al meer dan 3000 jaar bewoond en was vroeger een belangrijk religieus centrum. De piramide van Cholula is de grootste van Mexico maar ze maakt weinig indruk, ze ligt helemaal onder de heuvel en is bedekt met aarde en bomen.
Toen de Spanjaarden hier in 1520 kwamen, sloopten ze de top van de tempel om er een kerk op te bouwen, het kerkje van Nuestra senora de los Remedios is prachtig gelegen boven op de heuvel en wordt dan ook door iedereen gefotografeerd.
Het kleine stadje heeft een mooie Zocalo (centrale plein) met aan één kant een Franciscaner klooster uit de 16de eeuw.

We maken ook nog een kleine omweg naar het dorpje Tonanzintla, de kleine dorpskerk is schijnbaar iets heel speciaal.
Het interieur van de kerk van Tonanzintla is met geen pen te beschrijven. Engeltjes, heiligen,bisschoppen, koningen en andere figuren bevolken met honderden de gewelven en muren die versierd zijn met bloemmotieven.
De vroegere missionarissen slaagden er wel in om de Indiaanse bevolking de Maagd Maria te doen vereren maar ze konden natuurlijk niet verhinderen dat de plaatselijke kunstenaars de engeltjes Indiaanse trekken gaven, hun een vedertooi op het hoofd zetten en alles versierden met beeldhouwwerken met tropisch fruit en maïskolven als herinnering aan hun eigen goden.

Als je het kerkje binnenkomt, wordt je een beetje overdonderd door de overdaad, je weet echt niet waar je eerst moet kijken en ik weet nog steeds niet of mooi wel het juiste woord is maar het is in ieder geval indrukwekkend en heel speciaal.
Het is absoluut verboden om foto's te maken in het kerkje en er wordt dan ook heel streng op toegezien dus blijft mijn camera netjes in mijn rugzak, het beeld van dat plafond zit sowieso voor altijd in mijn hoofd.

Na al die kerken, pleinen, kloosters en musea willen we toch weer even iets anders. Puebla en ook Cholula waren mooi en gezellig maar het is tijd om weer terug naar de kust te gaan.
Met een prachtig zicht op de vulkaan Popocatépetl (5452 m) verlaten we Puebla, rijden de bergen over terug naar de Playas aan de Stille Oceaan.

vrijdag 18 januari 2019

PALENQUE - AUTOPECH IN DE BERGEN OP WEG NAAR OAXACA/EL TULE



De camping in Palenque is nog altijd hetzelfde, veel dromerige hippies en een prachtige tuin. Omdat de vruchten, in één van de bomen, rijp zijn zit de boom vol felgekleurde vogels. Het is een prachtig schouwspel en op een paar dagen plukken de toekans en andere felgekleurde vogels de boom helemaal kaal. We blijven hier nog een paar dagen hangen maar omdat het hier zo nat en vochtig is, rijden we toch maar verder.

Rondom Palenque vind je de mooiste watervallen, Agua Azul en Misol-Ha hebben we vorig jaar al gedaan maar Cascadas Roberto Barrios is nieuw voor ons.
De watervallen van Roberto Barrios liggen een beetje afgelegen in de bergen en zijn daarom ook veel minder druk en toeristisch dan de anderen. Als je Roberto Barrios binnen rijdt staat er een bord met het opschrift : Esta Usted en territorio Zapatista rebelde wat wil zeggen : U bevindt zich in opstandig Zapatisten territorium. Verder in het dorpje is er niets te zien van enige rebelse organisatie maar Roberto Barrios is geen dorp als een ander.

Op de parking van de watervallen praten we met de mensen daar en we kunnen hier blijven overnachten, ze garanderen ons dat alles veilig is en dat we rustig kunnen slapen, muy tranquillo dus. Ik heb nu de hele dag tijd om het bos in te trekken op zoek naar de mooiste plekjes aan de verschillende watervalletjes.  De kleine azuurblauwe meertjes zijn door watervallen met elkaar verbonden, onder elke waterval liggen kristalheldere poelen waarin het heerlijk zwemmen is.
Het is een prachtig stukje natuur dat vooral populair is bij de Mexicaanse toeristen en de lokale bevolking. De kinderen van het dorp spelen in het water, ze zitten er te picknicken en de mensen zoeken er verkoeling in de warme, vochtige jungle. Voor mij was het een prachtige dag, Jos kon jammer genoeg niet mee over de steile bospaadjes maar hij geniet van het zonnetje en heeft allicht gezelschap van de lokale bevolking.
Na een rustige nacht tussen de Zapatisten in Roberto Barrios rijden we stilaan richting Oaxaca, we willen op tijd op zoek gaan naar storage, we willen een veilige plek hebben voor de Josmobiel.

Als we in Villa Hermosa aankomen valt de regen met bakken uit de hemel, er staat zo'n 30 cm water in de straten en het is eigenlijk onmogelijk om verder te rijden. Met veel moeite geraken we tot op een parking van een Walmart waar we dan ineens blijven overnachten.
De volgende morgen is het gelukkig opgeklaard want wij moeten nog een flinke bergpas over om in Oaxaca te geraken.

De Sierra Juarez is een prachtige bergpas, de ene kant is pure jungle met reuzegrote varens, slingerplanten en bloemen en de andere kant is droog met vooral dennenbossen.
We zijn bijna boven als we een vreemd geluid horen aan de auto, we zetten ons zoveel mogelijk aan de kant van de smalle, steile bergweg. Ik wandel naar een dichtbij gelegen restaurant in de hoop Mercedes Oaxaca te kunnen bereiken maar dat kan ik wel vergeten, er is geen signaal dus geen internet en geen telefoon. We wachten een paar uurtjes maar we hopen hier toch weg te zijn voor het donker wordt omdat we niet veilig staan en ook omdat ik misselijk en ziek ben van de hoogte. De auto start wel terug maar wil niet in vitesse maar na flink wat gas geven doet hij ineens wat hij moet doen en kunnen we verder. Het volgende dorp ligt op 47 km bergafwaarts en we besluiten het erop te wagen, alles gaat goed en we hebben een rustige nacht in het dorpje Ixtala. De volgende dag geraken we zonder problemen in Oaxaca, we hebben pas na het weekend een afspraak bij Mercedes en daarom gaan we wat genieten van onze favoriete stad.

We slapen op een parking vlakbij Mercedes en als we 's morgens willen starten doet de auto totaal niets meer dus moeten we alsnog een takelwagen bellen. De Josmobiel wordt met de Jos erin opgetakeld en 5 minuten later rijden we bij Mercedes binnen.
Het was weer even spannend, wat gaat het zijn? Hebben we onderdelen nodig en hebben ze die in voorraad? Maar na een paar uurtjes krijgen we het goede nieuws dat het gewoon een electrisch probleem was en dat het opgelost is, de Josmobiel wordt nog gekuist en helemaal spic en span rijden we bij Mercedes buiten.
Opgelucht rijden we de stad Oaxaca in waar ze, naar goede Mexicaanse gewoonte, weer een aantal wegen geblokkeerd hebben, het gaat straat in en straat uit om zo de blokkades te omzeilen en na 2 uur hebben we de 15 km naar de camping gedaan.

We staan op een kleine camping in het dorpje Santa Maria del Tule en dat is vooral bekend om zijn "grootste boom van de wereld". Wij zijn verleden jaar en ook dit jaar al regelmatig El Tule gepasseerd en altijd hebben we een beetje gelachen met hun grootste boom zonder hem echt gezien te hebben. Nu zijn we dan eindelijk naar de bewuste boom gaan kijken en het is echt waar, hij is prachtig en inderdaad reuzegroot. De boom is 42 meter hoog, de kruin is geloof ik 58 meter maar de stam heeft een diameter van 14,5 meter en of het nu de grootste boom van de wereld is of niet, het is een prachtexemplaar.

De Canadese eigenaar van de camping heeft voor ons een storage plek gevonden bij een vriendelijke Mexicaanse familie. Ze hebben een grote parking, ze wonen daar en hebben er een kleine kruidenierswinkel. Het terrein is afgesloten, er zijn camera's en 's nachts loopt er een hond rond. We zijn gaan praten met de mensen en ik had er direct een heel goed gevoel bij.
Vorig jaar stond de auto op een andere plaats en daar stond hij netjes onder een afdak maar ik ben nooit echt gerust geweest in die plek waar in de zomer niemand woont. Het is toen goed afgelopen maar we zijn voelen ons allebei veel beter op deze plek en bij de Mexicaanse familie.
Omdat de auto hier niet onder een afdak kan staan, heb ik op internet bij de Mercado Libre Mexico een tent gekocht van 3 m x 6 m en daar kan de Josmobiel juist onder. De tent is afgesloten aan de zijkanten en de voor- en achterkant is open zodat er de wind door kan.

Voilà, de storage is geregeld, nu onze vlucht van Oaxaca naar Mexico City nog en dan hebben we nog 2 maanden tegoed om rustig te genieten van Mexico.

maandag 7 januari 2019

RIVIERA MAYA


Cancun is de eerste plaats waar we halt houden in de staat Quintana Roo.  Op het eerste gezicht staat Cancun, een grote badstad, ons tegen maar we gaan het toch een kans geven.  Omdat ik weiger de zotte prijzen voor de campings hier te betalen, slapen we op de parking van Walmart, altijd goed, veilig en je hebt vers brood 's morgens.
De volgende dagen we wat rond in Cancun, door de grote hotelzone met privé stranden en naar Playa Delfines, een publiek strand.  Het is er zo ongelooflijk druk, er staan mensen om het verkeer te regelen en we moeten zo dicht bij elkaar parkeren dat Jos niet uit de auto kan.
Ik wandel even over Playa Delfines en bewonder het blauwe water van de Caïribische zee en dat was het dan voor ons in Cancun.
Playa del Carmen is hetzelfde, veel hotels en veel toeristen en nergens een mooi plekje om aan het strand te parkeren.

We hebben van een bevriende Overlander een tip gekregen over een mooie camping in de bossen, weg van de drukke playa's. Tussen Playa del Carmen en Tulum draaien we af naar "Cavelands in the jungle" waar een gestrande Nederlander al 20 jaar een camping heeft.
Op het terrein van de camping liggen verschillende grotten en zelfs een kleine cenote. We parkeren onze auto zo dat we bij wijze van spreken in de cenote kunnen rollen.  Zalig hier, hier hoor je alleen maar vogels en af en toe een andere kampeerder. Na een paar dagen rust, bij Rens op de camping, rijden we verder naar Tulum.

Ik had me zoveel voorgesteld van de Rivièra Maya maar de weg van Cancun tot voorbij Tulum is bezaaid (of begaaid) met grote, buitenlandse hotelketens en luxe resorts en alle stranden zijn privaat en goed afgeschermd.
Het ergste van al vind ik dat langs de weg, om de paar kilometer, torens staan met security in. De, meestal Amerikaanse, luxe resorts beschermen hun privé domein en hun stranden, ze zijn zo afgeschermd dat de gewone Mexicaan niet meer bij zijn stranden kan.
Stel je toch eens voor dat een Amerikaanse toerist geconfronteerd zou worden met een Mexicaanse familie, radio's op de schouder en hun koelboxen vol met bier en taco's, dat mag absoluut niet gebeuren want daar komen ze niet voor naar Mexico.

Tulum zelf is een gezellig plaatsje maar het is Mexico niet. Ik ruik hier geen aangebrande kippenbillen en taco's, het is te proper en te gladjes om echt Mexicaans te zijn.  We rijden dan maar naar het natuurreservaat Sia'an Ka'an in de hoop een mooi strand te vinden waar we op mogen maar zelfs in het natuurreservaat staat het vol hotels en restaurantjes met vegan en healthy food.  Nadat we verschillende kleine zijwegen geprobeerd hebben, vinden we toch een strandje waar we een paar uurtjes blijven zitten, het is er mooi en rustig.
Terug in Tulum parkeren we bij de Chedraui supermarkt om te overnachten. Het is echt gezellig op de parking want er staan nog 11 mobilhomes, allemaal mensen die de campings hier te duur vinden.

Ik ben er zeker van dat er veel mensen zijn die wel echt genieten van de Rivièra Maya. Je een paar weken laten verwennen in een hotel of resort en wat uitstappen doen, kan heel tof zijn maar het is gewoon een ander soort toerisme en het past niet echt bij ons.

Als we zo'n 100 km voorbij de Rivièra Maya zijn en in het eerste stadje komen, ben ik gerust. Ik ruik, proef en hoor Mexico weer, chaos in de straten, rommelige winkels en ja hoor, aangebrande kippenbillen.

Om Oudejaar te vieren gaan we naar Chetumal, aan de grens met Belize. Als we aankomen, staan er al 2 Duitse mobilhomes en één van hen hebben we al ontmoet bij de Laguna Bacalar. We besluiten om met ons 6 te gaan eten en daarna verder te vieren aan de mobilhomes. Het was een gezellig Oudejaar en we zijn heel rustig het nieuwe jaar ingegaan.
We blijven nog een paar dagen op de camping om te genieten van het zwembad en nemen dan afscheid van onze Duitse vrienden.

We verlaten Quintana Roo, we hebben een tip gekregen over een kleine camping in de jungle en daar gaan we eens kijken. Een stukje voor het stadje Escarcega draaien we af, de jungle in.
De kleine camping is van een plaatselijke familie en de zonen brengen ons naar de open plek in de jungle. Ze tonen ons trots de W.C. en de douche en rijden dan vrolijk met hun 3 op de brommer weg.
Dit is echt wat ze noemen, een primitieve camping. De W.C. is OK en redelijk netjes maar de bril die erop ligt, is van een kindertoilet denk ik. Het is in ieder geval een heel grappig zicht en de douche is buiten, midden op de camping, en heeft geen gordijn of deur.
De brulapen die er zitten, laten zich 's middags heel even aan ons zien, ze spelen wat in de bomen en dan zijn ze weer weg.
's Nachts om 4 uur worden we wakker van een gebrul en ja hoor daar zijn ze dan, de brulapen die hun naam duidelijk niet gestolen hebben. Hun gebrul  klinkt heel luid en eng in de nacht maar tegelijk is het fascinerend om zoiets boven je hoofd te horen terwijl je lekker in je bed ligt.
De jungle is toch iets speciaals en wij zijn er graag, ik vooral overdag. Als het donker wordt dan is het ook echt pikdonker hier en overal ritselt en beweegt wat. Ik zit constant met een zaklamp rond te schijnen of er toch zeker niets over en rond mijn voeten kruipt.
Inmiddels zijn we vertrokken en zijn we op weg naar Palenque, we zijn er al eens geweest maar het is een hele speciale plek en er hangt een aangename sfeer.. Je komt er ook dikwijls andere overlanders tegen en dat is af en toe ook wel eens leuk.