Vrijdag 23
augustus
Om klokslag half 9 staan we, samen met een koppel uit
Oostenrijk, voor de deur van Atlantic Pride.
Een kwartier later wandelen we naar de douane die twee straten verder
zitten, hier moeten we de auto gaan invoeren. Groot is onze verbazing als we 10
minuten later al weer buiten staan met een papier, netjes afgestempeld, bestemd
voor de haven. We hadden al gehoord dat
de formaliteiten in Canada een fluitje van een cent waren maar dit gaat toch
wel heel vlotjes, wij hebben het al anders meegemaakt. De wandeling terug naar
het hotel duurt langer dan al het papierwerk, we checken uit en nemen een taxi
naar de haventerminal waar de Josmobiel
staat te blinken. In de haven worden nog een paar stempels gezet en dolgelukkig
rijden we even later Halifax uit. Een stukje buiten Halifax zetten we ons op
een camping, pakken onze valiezen uit en nu kan onze reis echt beginnen. Ons hotel in Halifax was dik in orde maar er
gaat echt niets boven de Josmobiel. Nova
Scotia here we come!!!!
Zaterdag 24 augustus
Gelukkige verjaardag Winde
We hebben inmiddels een kaart van Nova Scotia te pakken
gekregen dus we kunnen beginnen met Nova Scotia te verkennen. We weten er
eigenlijk niet zo veel over maar op één van onze vorige reizen heeft ons iemand
aangeraden van hier zeker naartoe te gaan.
Nova Scotia is een schiereiland,
het hangt met een klein stukje vast aan het Oosten van Canada, overal
waar je kijkt is water en de zon schijnt volop en dat hadden we hier eigenlijk
niet echt verwacht. In de namiddag
vinden we een plekje bij de Oceaan en we besluiten daar ook maar te blijven
overnachten.
Zondag 25 augustus
We trekken met aan de éne kant de Atlantische Oceaan en aan
de andere kant ontelbare kleine meertjes.
Nova Scotia is echt mooi en hier en daar is een klein dorpje met een
vissershaventje, er wordt hier op makreel en zalm gevist maar in het seizoen
vooral op kreeft, die kun je hier dan ook overal eten. In de namiddag komen we in een piepklein
dorpje (96 mensen), Charles Cove, er is daar zo een ongelooflijk mooi plekje
aan het strand en dat is voor ons vannacht.
Heel het dorp heeft ons inmiddels gezien want rechtover het strandje is
de parochiezaal en daar is vanavond een bingo, ze heten ons hartelijk welkom en
als we iets nodig hebben moeten we maar even roepen.
Maandag 26 augustus
Vanaf 8 uur ’s morgens is het al warm, ongelooflijk zo’n
temperaturen dat is echt een meevaller.
We blijven tot een stuk in de namiddag hangen op het strandje van
Charles Cove en krijgen nog wat bezoek van de mensen van het dorp. We rijden toch maar een beetje verder want
met deze slakkengang geraken we nooit rond Nova Scotia. Er wappert hier en daar
een Franse vlag maar ik heb nog niemand Frans horen spreken hier. De eerste
settlers waren wel Fransen, die zijn
verdreven door de Engelsen en de huidige bevolking van Nova Scotia is een
mengeling van Schotten, Ieren en Engelsen en voor zover ik kan zien heet hier
bijna iedereen MacDonald, MacPherson, MacInnes, MacLeod enz……… In Queensport
zien we weer een mooi plekje voor de nacht en we besluiten nog maar eens te
boondocken, zo noemen Amerikanen wildkamperen zonder voorzieningen.
Dinsdag 27 augustus
Goed uitgeslapen rijden we verder, het heeft vannacht wat
geregend en dat is, volgens de mensen hier, dringend nodig om hun waterputten
op peil te houden. We rijden steeds
verder naar het Noorden maar de zon is weer terug door de wolken gebroken en
van regen is er geen spoor meer.
Onderweg zien we aan 2 dingen dat de winter stilaan in aantocht is :
Sommige mensen zijn hout aan het zagen tegen de sterren op en de houtstapels
zijn hoger en breder dan hun huizen maar weer anderen zijn hun mobilhome of 5th
wheel in orde aan het maken voor de trek naar Florida. Omdat we nog wat
boodschappen moeten doen besluiten we naar Sydney te rijden waar ze een Wal
Mart hebben en daar blijven we dan maar op de parking overnachten.
Woensdag 28 augustus
Vandaag rijden we naar Cape Bréton, het Nationaal Park.
Onderweg zien we dat alle bordjes met plaatsnamen in twee talen zijn : Engels
en Gaellic. We proberen iets te begrijpen van het Gaellic maar we krijgen het
zelfs nog niet uitgesproken. De natuur en dan vooral de kustlijn is hier veel
ruiger maar het ruigst zijn toch de wegen. Ze hebben hier asfaltwegen maar daar
is dan ook alles mee gezegd, een slechte pekweg is duizend keer erger dan een
gravelweg. De wegen hier in Cape Breton zitten vol diepe putten, scheuren en
zijn een echte aanslag op mijn rug en nek.
In de late namiddag vinden we dat we genoeg door mekaar geschud zijn en
stoppen op een mooi plekje bij de Oceaan, we steken onze barbecue aan en
trekken een fleske wijn open, al gauw voelen we niks meer van onze nek of rug.
Donderdag 29 augustus
We worden wakker onder een grijze hemel en met een strakke
wind. Het landschap waar we doorrijden lijkt echt op de Schotse Highlands
compleet met regen en wind. In Pleasant
Harbour stoppen we en zoeken een plekje aan de Oceaan, hier vertrekken normaal
al de boten om walvissen te gaan spotten maar nu liggen ze aan de kant door de
hevige storm. We wilden eigenlijk
blijven overnachten op ons mooi plekje maar de wind schudt de Josmobiel zo door
mekaar dat we toch maar een meer beschut plekje opzoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten